80
Art. 5.
Bij misbruik of moedwillige beschadiging wordt de toegebrachte
schade voor rekening der gebruikers hersteld of worden hun van
wege de gemeente geene emmers of tonnen meer verstrekt.
Art. 6.
Aan de ingezetenen, die daartoe bij de directie der gemeente-
reiniging aanvraag doen, kunnen, tegen vooruitbetaling van 50
cent per half jaar, per emmer of ton, uitsluitend voorhen bestemde
en ten blijke daarvan met wijkletter en nummer van het door hen
bewoonde perceel beschilderde tonnen, in gebruik worden ge
geven.
Art. 7.
Aan den directeur en aan de opzichters der gemeente-reiniging,
zoomede aan den gemeente-architect of die hem vervangt, wordt
in verband met het bepaalde bij de artt. 1 en 2 dezer verordening,
overeenkomstig de wet van 31 Augustus 1853 Staatsblad n°. 3),
de last verstrekt om mot inachtneming der bepalingen van art. 3
dier wet, de woningen der ingezetenen huns ondanks binnen te
treden, ten einde zich van het nakomen der bepalingen dezer
verordening te overtuigen en overtredingen te kunnen consta-
teeren.
Art. 8.
Overtreding van de bepalingen dezer verordening wordt
gestraft met eene geldboete van hoogstens 25.onverminderd
de verplichting om binnen veertien dagen al het in strijd met
deze verordening daargestelde op te ruimen of te verbeteren.
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid verlenging
van dezen termijn toe te staan.
Art. 9.
Deze verordening treedt in werking den 1. October 1893, als
wanneer de verordening van den 10. December 1877 is inge
trokken.