Art. 16. Art. 17. Art. 18. Art. 19. Art. 20. 85 HOOFDSTUK IV. Van de onderbrandmeesters en het overige personeel der brandweer. De onderbrandmeesters en de brandgasten zijn stipte ge hoorzaamheid verschuldigd aan den opperbrandmeesterden adjunct en de brandmeesters, en zijn bij brand en oefening verplicht zich gestadig bij het materieel te houden waartoe zij behooren. De onderbrandmeesters zijn belast met de zorg voor het in werking brengen van het materieel en het geregeld arbeiden en afwisselen der manschappen. Zij zien toe dat alle gebreken aan het materieelgedurende het blusschen van brand ontdekt, aanstonds worden hersteld. Zij zorgen dat na brand of na oefening het materieel naar de bewaarplaatsen teruggebracht en opgeborgen wordt. Zij geven van alle plichtverzuim hunner manschappen dadelijk kennis aan hunnen brandmeester. De onderbrandmeester (verbonden met de telefoon), die de gemeente voor langer dan vier en twintig uren verlaat, geeft daarvan zijnen brandmeester kennis.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 98