90 waarplaats van den slaugenwagen in hunnen kring en schrijven aldaar op een daartoe bestemd zwart bord de plaats waar de brand woedt, en spoeden zich vervolgens naar de bewaar plaats der brandspuit om met deze naar den brand uit te rukkenook daar zullen zij op een zwart bord de plaats van den brand vermelden. Art. 38. Drie der vijf brandgasten, die door den generator zijn gewektspoedeu zich naar de bewaarplaats van den slangen wagen in hun kring, wekken alleen het personeel, dat op hunnen weg daarheen woont, en rukken daarna met den slangenwagen uit. De twee overige dier brandgasten wekken het overige personeel in hun kring, den bode, den signaal gever, den opzichter van het materieel en den onderbrandmeester van het materieel der waterleiding. leder der wekkers ontvangt eene specifieke opgave van de personendie hij heeft op te roepen. Art. 39. Mocht het blijkendat de brand zoodanige uitbreiding ver krijgt, dat de opperbrandmeester met het te zijner beschikking staande personeel en materieel dien niet kan bedwingendan roept hij door middel van de telefoon de hulp in van een of meerdere kringen. Art. 40. De plaats waar bij brandblussching de opperbrandmeester zich bevindt zal zijn vóór het brandend perceelen wordt bij dag door een rood vlaggetje en bij nacht door een lichtende lantaarn op een stok aangewezen. Art. 41. Indien na het blusschen van brand het nemen van voor zorgen noodig geoordeeld wordtbepaalt de opperbrandmeester

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 103