94 tegenwoordige laboratorium onverkocht en onbebouwd moet blij ven, ten einde steeds van voldoende licht in dat gebouw verzekerd te zijn. «Wijders moet er rekening meê gehouden worden, dat het overbrengen van het gymnasium pas in de zomervacantie van »1895 kan plaats hebben, zoodat de verkoop van het gebouw »in de Iieigerstraat eerst na dien tijd kan geschieden." Nadat het vorenstaande schrijven voorgelezen en de teeke- ning door de leden bezichtigd svas, stelde de voorzitter voor, de stukken ter fine van advies te stellen in handen van de bouwcommissie, waartoe besloten werd. Van bedoelde commissie werd het gevraagde rapport ter tafel gebracht in de zitting van 14 Juli 1894. Het behelsde het volgende: «Bij uw besluit van den 2dea Juni 1894 werd om daarop »te dienen van advies in onze handen gesteld de teekeniug »met toelichtend schrijven omtrent de verbouwing van het «voormalig paleis van justitie. Zooals uit het toelichtend schrijven blijkt, is het doel aan »het gebouw eene bestemming te geven en wel voor gymna- »sium en tegelijkertijd een verbeterden toegang naar het Valkenberg te verkrijgen. «Uit een bouwkundig oogpunt beschouwd, kunnen wij ons »wel met het plan vereenigen, behoudens eenige wijzigingen, »die bij het nader uitwerken in acht genomen kunnen worden. «De vraag of de indeeling van het overblijvende deel van »het gebouw voor gymnasium geschikt is, meenen wij met ja »te kunnen beantwoorden, doch het komt ons geraden voor, «daaromtrent de autoriteiten van het gymnasium te hooren. »Eene andere vraag is, of het, vooral met het oog op de «toekomst, niet meer in het belang der gemeente ware, het «beginsel tot overbrenging van het gymnasium naar het voor- «malig paleis van justitie los te laten, en:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 107