96 niet in het belang van de gemeente en heter kwam het hem voorde oude rechtbank in perceelen te verkoopenhet gym nasium naar de hoogere burgerschool te verplaatsen en grond aan te koopen tot het bouwen van eene nieuwe en ruimere hoogere burgerschool. Ook de heer Lijdsman verklaarde niet met het plan te kunnen méégaan. Eerstens achtte spreker de plaats niet geschikt met het oog op de omstandigheid dat aldaar zich meerdere scholen bevinden, en tweedens zou de inrichting van het eene oude gebouw naar het andere worden overgebracht. Sprekers idee zou zijn om met het middengedeelte den toegang tot het Valkenberg te verbeteren en een van of de beide vleugels van het gebouw in eens of in gedeelten te verkoopen. De heer Reigersman wees op het feit dat het gebouw, waarin thans het gymnasium gevestigd is, voor die inrichting onge schikt is en deed vooral met nadruk uitkomen, dat de inspec teur zijne opinie over het gebouw had doen kennen in dien zindatals niet spoedig aan de bezwaren werd te gemoet gekomen, het gebouw zou worden afgekeurd, wat gelijk stond met intrekking der subsidie. Spreker vereenigde zich ten volle met het plan, ook met het oog op de financieele zijde van het vraagstuk. De heer Sassen betoogdedatals de hoogere burgerschool spoedig te klein zou worden, gelijk, naar hij meende, sommiger gevoelen was, de wenschelijkheid grooter werd om het gym nasium in het gebouw van de hoogere burgerschool over te brengen. Wel was het mogelijk verklaarde de voorzitter dat als het getal leerlingen in de laagste klassen zóó zou blijven toenemen als nuer weldra parallelklasseu zouden moeten bijgebouwd worden, maar zekerheid bestond niet dat de toe name van leerlingen in die mate zou blijven voortduren. De heer Teychinê zou nog wel met het plan kunnen mee gaan, als het oude rechtsgebouw kon worden in gebruik ge nomen gelijk het is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 109