97 Dit punt leidde tot bespreking der kostenwaarop reeds gewezen was, en deed den voorzitter de meening uiten, dat, als bet gymnasium voor eeue som van ƒ9500,gedurende 10 a 20 jaren doelmatig kon gevestigd worden, bet oude rechts- gebouw dan toch rente zou geven voor de gemeente. De heer Van Hal bestreed ernstig het plan om het gymna sium in het oude rechtsgebouw over te brengen. Tal van beweeggronden werden door spreker aangevoerd. Zou het gebouw, waarin thans het gymnasium gevestigd is zoo werd door hem o. a. betoogd worden afgekeurd dan moet daarin niet met het nemen van een halven maatregel voorzien worden. Men stichte een nieuw gebouw voor de hoogere burgerschool, welke te klein wordt, en brenge het gymnasium over naar het tegenwoordig gebouw der hoogere burgerschool. Beantwoord door den heer Reigersmanhandhaafde de heer Van Hal zijne opinie, terwijl de heer Sassen, na gehoord te hebben dat de hoogere burgerschool nog niet zoo spoedig te weinig ruimte zou hebben, verklaarde te zullen stemmen vóór O 7 het voorstel van curatoren. De heer Rombouts prees het voorstel van curatoren ten zeerste aan. Spreker wees op het wenschelijke dat gymnasium en hoogere burgerschool niet te ver van elkander gelegen zijn en ontraadde het oude rechtsgebouw te verkoopenin verband met de groote kosten aan het bouwen eener nieuwe inrichting verbonden. De heer Scheltus kantte zich tegen het doen van half werk en deed opmerken dat bij de berekening der kosten van den nieuwen schoolbouw moeten worden afgetrokken de verkoop sommen van het gebouw in de Reigerstraat en het oude rechtsgebouwbenevens het kapitaal dat zou besteed worden aan de verbouwing van laatstgenoemd gebouw. Daarna nam het debat eene andere wending. De vraag rees of het gebouw voor de begroote som zou te herstellen zijn en of het soliede genoeg was om voor gymnasium ge bruikt te worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 110