98 Die vraagna beproken te zijn door de heeren Reigersman Scheltus, Van HalLijdsman en den voorzitter, leidde er toe, dat door den heer Sassen werd voorgesteld den architect een nieuw onderzoek naar het beloop der kosten op te dragen waartoe besloten werd, terwijl de voorzitter de heeren Teychiné en Lijdsman uitnoodigde hun hiervoren bedoeld voorstel schrif telijk in te dienen. In 1894 kwam de zaak niet nader in behandeling. 2 Juni 1894. eigendomsrecht -^u bovengenoemde zitting kwam een adres in van het aanenkoopvankerk|:)estuul. ()er R._K. parochie van de H. Barbara te Breda, grond van de A hK Barbara betrekkelijk het in margine genoemde onderwerp. De voorzitter legde daarbij over1° een bereids ingewonnen advies van de bouwcommissie, en 2° een ontwerp-contract. Bedoeld adviesdat nauwkeurig den toestand doet kennen laten wij alhier volgen Bij overeenkomst van den 3den Mei 1865 is krachtens raadsbesluit van den 4d(,n Februari 1865 aan het kerkbestuur »der R.-K. parochie van de H. Barbara vergunning verleend »om een gedeelte der Donkvaart aan de westzijde der haven »over eene lengte van ongeveer 60 meter, door middel van »een riool, te overwelven en te dempen. Blijkens art. 5 der overeenkomst bleef de door demping verkregen grond eigendom der gemeente, behoudens het bepaalde in art. 7, dat aan het kerkbestuur de bevoegdheid wordt toegekend om van dien grond gebruik te maken door daarop de westelijke zijmuren van het alstoen te stichten kerkgebouw te metselen en te doen rusten, en werd de tot »dat einde in te nemen grond uit kracht van het bovenaan- gehaalde raadsbesluit in vollen en vrijen eigendom aan het kerkbestuur afgestaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 111