107
Dientengevolge werd teruggekeerd tot de behandeling van
het oorspronkelijk adres van Simons.
De beer Van Dam vestigde er de aandacht op, dat indertijd
de grond ter plaatse aan Luijkx voor f 2,per centiare
verkocht was, en vroeg, waarom nu Simons meer moest
betalen.
Dit punt had medestanders en bestrijdersonder welke laatste
de voorzitter, die meende dat de waarde van den grond niet
gelijk stond, omdat de grond, door Simons in koop gevraagd,
meer gevelbreedte had en meer aan de straat kwamwelke
meening gesteund werd door de heeren Lijdsman en Rombouts.
Om kort te gaanin beginsel werd besloten tot den verkoop
aan Simons van het door hem in koop gevraagde stukje
gemeentegrondmet bepaling dat de koopprijs bij de definitieve
beslissing zou geregeld worden.
Die belissiug volgde in de zitting van 17 November, met
bepaling van den koopprijsop eigen aanbod van den belang
hebbende, op f 195,te weten de som, welke vroeger voor
Simons en Knoest, ieder voor hun deel, berekend was.
16 Juni 1894.
FAj!TeaR>ode Het wijzigen der rooilijn aan de zuidzijde van de Leuve-
pondaande naarstraat maakte laatstelijk een onderwerp van beschrijving
tonbandmeattuit in ons vorig verslag (bladzijde 102 en volgg.).
deroouSn.e Stuitte de voortgang der zaak aan het einde van 1893
op administratieve bezwaren kort daarna waren die overwonnen
en werd met den verkoop van grondentot het vooruitbrengen
der woningenaangevangen.
Dit had een geregeld verlooptotdat in de zitting van
16 Juni 1894 een verzoekschrift inkwam van P. J. de Boode,
waarin deze te kennen gaf, dat hij eigenaar was geworden
van twee woningen, staande aan de Leuvenaarstraat, kada
straal bekend sectie A, Nos 75 en 76, en bezig was bedoelde