116
meenteraad van laatstgenoemde gemeente haar op dienzelfden
dag vaststelde, waarvan nog in den loop uwer voornoemde
zitting bericht inkwam.
Een en ander was aldus te voren voorbereid
Middelerwijl aan de wettelijke bepalingen voldaan werdwerd
ook de eigenlijke aanleg niet uit het oog verloren.
Met betrekking daartoe werd in uwe zitting van 4 Augustus
1894 het volgend rapport van de bouwcommissie ter tafel
gebracht
»Om daarop te dienen van advies, stelden heeren burgemeester
»en wethouders in onze handen een plan met bestek en teeke-
»ningen voor den aanleg eener algemeente begraafplaats met
lijkenhuis op de daarvoor aangekochte gronden onder de ge-
»meente Ginnekenten zuiden van den rijksweg van Breda
»naar Tilburg.
Het onderzoek der stukkeu heeft tot geene bedenkingen
aanleiding gegeven en wij hebben de eer U voor te stellen
»die goed te keuren en burgemeester en wethouders te mach
tigen tot de besteding over te gaan."
Nadat door U van de stukken was kennisgenomenwerd
door U zonder bedenking overeenkomstig de conclusie van het
rapport besloten. Bij de aanbesteding werd het werk toege
wezen aan den minsten inschrijver W. de Kanter, te Teteringen,
voor de som van ƒ419,—
Op den 12<Jen November 1894 was de begraafplaats geheel
in gereedheid. Zij werd door U den 7den December daarna
bezichtigd.
In de plaats van H. C. Waals werd met ingang van L Januari
1895 tot opzichter aangewezen Cornelis Wagemakers, tegen
de aan die betrekking verbonden vergoeding van ƒ10,— per
jaar. Laatstgenoemde persoon woont in de nabijheid der nieuwe
begraafplaats.
Met erkentelijkheid vermelden wij de bereidvaardige medewer
king die de gemeente in deze aangelegenheid van het gemeente
bestuur van Ginneken en Bavel heeft mogen ondervinden.
drcs van de