128 D. Voor het hebben van beerputten in den openbaren gemeentegrondper jaar en per M3. (gedeelten van F. Voor het gebruik van den openbaren gemeentegrond tot het plaatsen daarop van voorwerpen ter zake van het houden van openbare verkoopingen bij van steenpannenplavuizenliout of andere materialenper week of korterper M2. 0,05. per maand en per M2- 0,20, C. Voor het gebruik van den openbaren gemeente grond tot het hebben van kluizen en andere in of onder den openbaren gemeentegrond gemaakte inrichtingen, per jaar en per M3. (gedeelten van een M3. voor een geheelen gerekend) - 1, een M3. voor een geheelen gerekend) - 0,25. E. Voor het hebben van spoorstaven in of' op den openbaren gemeentegrond, met uitzondering van die voor de openbare middelen van vervoer, per jaar en per strekkenden meter (gedeelten van een meter voor een geheelen gerekend)- 0,15. met een minimum van 50 cent- 0,50. opbod en afslag, per dag voor 50 M2. en minder - 3, voor elke meerdere 10 M2. of gedeelten daarvan - 0,50. Art. 3. Door jaar wordt verstaan het kalenderjaar, door maand een tijdvak van dertig dagen. Art. 4. Het recht is verschuldigd door hem, aan wien de vergun ning is verleend. Art. 5. De aanvragen tot het verkrijgen der vergunningen van burge meester en wethouders moeten, onder opgave van duur en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 141