135
en worden ook sommige niet fraaie huizen meer aan het oog
O O
onttrokken.
De heer Van Aken vond niets schooner dan een groot
open plein en voegde daarbijdat men vroeger van de booruen
op het Kasteelplein veel chagrin gehad had.
De heer Bloemarts betoogde dat het bedrag der kosten niet
O o
kon in aanmerking gebracht worden om het Kasteelpleiu niet
weder te beplantendewijl boomen en afrastering hunne waarde
behieldenzooiat bij eene proef niets verloren was.
De heer Van Hal, erkennende den goeden maatregel om
de karren, die vroeger aan het Wapen van Nassau stonden,
te plaatsen op het Kasteelplein, achtte daarmede in strijd het
weder beplanten met boomen van dat plein, te meer dewijl
er ook markt gehouden wordt.
Daarop gaf de heer Scheltus te kennendat bet hem onbe
grijpelijk was dat die 13 boomen aan elke zijde van het plein
eenigen hinder zouden kunnen veroorzaken.
De voorzitter meende dat de bezwaren, verbonden aan het
plaatsen van boomente licht geschat werden en wees niet
enkel op het bezetten der ruimte door het uitspannen der
groote en zwaar beladen karrenmaar ook op de handels
beweging die het verblijf van de voerlieden aldaar veroor
zaakt.
De heer Sassen handhaafde zijne meeniug, welke, naar
spreker verklaardeberustte op persoonlijke aanschouwing van
den toestanden bleef het betreuren dat het eeuige daartoe
geschikte plein niet beplant zou worden.
De heer Teychiué schaarde zich aan de zijde van burgemeester
en wethouders. Z. i. was het bezwaar waarop gewezen was
wel degelijk groot en zou, bij beplanting, de ruimte stellig
te klein worden.
Na verdere beraadslaging, waaraan deelnamen de heeren
Van Hal, Van Dam, Sassen, MathonReigersman en de
voorzitter, werd het voorstel van burgemeester en wethouders,
vervat in hun bovenvermeld prae-ad vies, instemming gebracht,