142 »meer, daar tegelijkertijd, zij het ook op bescheiden voet, »aan zich steeds al meer en meer vooruitdringende behoeften »moet worden te gemoet gekomen." In het betrekkelijke keffingsbesluit werd de hoofdelijke om slag door U bepaald op ƒ80 000,dat is f 8000,meer dan voor 1895 begroot werd. Dit geschiedde op de overwe ging dat hieraan het voordeel verbonden is, dat, wanneer eens iets meer noodig isniet telkens een nieuw besluit behoeft genomen te wordenterwijl toch niet over meer dan volstrekt noodig is beschikt wordt. Het tweede punt is De bescherming van het Mastbosch tegen vernieling Eene poging was heer Mr. A. Reigersmandie dit onderwerp tot bci«cheni)inK|u]ejj{je eu boogde dat getracht moest worden een einde te van net Mast- o n ^vernieling'1 maken aan de rooiingsmaniewelke in het Mastbosch heerscht. Bedroevend is het te zienzegde sprekerwat in dat bosch het glanspunt van de omstreken van Breda, gebeurt. Rijp en groen wordt er omgehouwen tot ergernis van de boschcultuur en van allendie belang stellen in den bloei van Breda en omstreken. Ook de prachtige boomen in de Bouvigne-laan ziet men aangeteekend om geveld te worden. De tusschen- komst van hoogerhand moet in deze worden ingeroepen. Aan den minister van financiën moet een krachtig adres gericht wordenopdat de bijldie reeds zooveel verwoesting gemaakt heeft, niet verder worde opgeheven. 't Geldt hier een Bredaasch belang. Met spoed moet gehandeld worden. Helpt het nieter is dan toch gedaan wat mogelijk is om verdere vernieling te voorkomen. De gevoelens over de vraag of het bosch al of niet mis handeld werd, liepen uiteen; ook werd de meening geuit,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 155