144 s>met de bede, dat het Uwe Excellentie zal mogen behagen «zoodanige maatregelen te verordenen, dat het Mastbosch niet O O beroofd worde van zijn glorie en bekoorlijkheiden blijve het j> herstellingsoord der zieken en de vreugde van de talloozen »die aldaar in de schoone natuur de meest aangename en weldadige verpoozing vinden van hun' arbeid." Aan dit adres werd door den minister aandacht geschonken, zooals blijkt uit de volgende door Zijne Excellentie genomen beschikking, welke, ofschoon in 1895 genomen, te dezer plaatse het best aansluit MINISTERIE VAN FINANCIËN. Afdeeling Domeinen. N°. 55. 's-Gravenhage20 Maart 1895. De minister beschikkende op een rekest van den Raad der gemeente Breda, daarbij o. a. te kennen gevende en zoo voorts, heeft goedgevonden en verstaan: »den gemeenteraad bij afschrift dezer te kennen te geven, dat »de in het najaar in het Mastbosch verrichte vellingen hebben bestaan in het vellen der versleten en grootendeels stervende »eiken langs het begin der Meerselsche dreefen van de slechte beuken langs en bij de Lange dreefen voorts in dunning »van jonge en lichting van oudere vakken dennenbosch; »dat dunning noodig was om in de gedunde vakken krachtige »boomen te verkrijgen, en de gunstige werking daarvan te »zien is in naburige vakken, die in de laatste jaren op vol- komen dezelfde wijze gedund zijn; »dat lichting der oudere vakken, welker geboomte zoo oud (o. a. 80 en 90 jaar) en zwaar is, dat het naar de gewone

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 157