159
Alsnog werd bij uw besluit van den 17den November 1894
bepaald, dat de leeningssom met 9000,zou verhoogd
worden tot dekking der kosten, gemaakt bij gelegenheid van
het bezoek van Hare Majesteiten de Koninginnen op 25 Sep
tember 1894. (Zie verder daaromtrent alsvoor).
In de begrooting voor 1895 is de hoofdelijke omslag ad
f 60 000,— verhoogd met f 12 000,Het heffingsbesluit
genomen 26 November 1894, wijst aan eene som van f 80 000,
(Zie verder daaromtrent alsvoor).
A flossingen.
De volgende aflossingen hebben in 1894 plaats gehad:
1°. Van eene schuldbekentenis groot 1000,3% van de
geconverteerde schuld tegen 92°/0.
2°. Zijn uitgeloot twintig aandeelenelk groot 1000,van
de leening groot ƒ1 000 000,betaalbaarop 1 Januari 1895,
volgens het plan der leening.
Schuld der gemeente Breda.
Deze schuld bedroeg op 31 December 1894
a
Gevestigde renten. f 2 719,615
b. Oude schuld 3°/0 (niet geconverteerd)
groot 19 925,rente- 597,75
'c. Oude schuld 3°/0 (geconverteerd) groot - 391 205,—
d. De leeuing dato 16 Augustus 1886, groot
f 1 000 000,na aflossing alsnog - 840 000,
e. De leening dato 6 Juli 1893 - 500 000,
f. De sommen van 50 000,— en 9000,—
hiervoor bedoeld, waren op 31 Decem
ber 1894 nog niet naar een vast plan
geleend.