177 B. Eigendommen bestemd voor den publieken dienst (Zie den hierachter volgenden staat). De rioleering der wegen en de verharding der wegen en voetpaden in het nieuwe park (Wilhelminapark), waarvan op blz. 158 van het vorig verslag sprake is, kwamen tot stand en met de beplanting is een begin gemaakt. Ten aanzien van de verharding der wegen en voetpaden valt op te merken, dat dit werk behoorde tot de verplichting van den aannemer van den aanleg van het parkF. Kleijn te Dordrechtdoch dat bij raadsbesluit van 21 April 1894 eene overeenkomst is getroffen tusschen den Staat der Nederlanden, de gemeente en den aannemer Kleijnwaarbij de laatste wordt ontheven van zijne verplichting tot verharding tegen vermin dering der aannemingssom met /"ll 50,welke som door de gemeente van den Staat zal worden ontvangen. (Zie breedere omschrijving dezer zaak hoofdstuk IIIletter E Voornaamste in den gemeenteraad behandelde onderwerpen punt 7). Als gevolg van het overbrengen der kantoren voor den publieken dienst bestemd, naar de verdieping van het raadhuis, werd in dat gebouw een nieuwe meer doelmatige trap gesteld en vorderde dit gebouwwegens verandering en verbetering der lokalen, met inbegrip van de trap en het gewone onder houd, eene uitgave van 770,05®. Voor het aanschaffen en het onderhoud van meubelen, bene vens het schoonmakenwerd uitgegeven 882,60®. Het uurwerk en carillon van den grooten toren hebben eene belangrijke herstelling en verbetering ondergaan. De kosten daarvan met die voor het onderhoud van den bedoelden toren en van den St. Joosttorenhebben bedragen 269,81.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 190