197 VERSLAG van de commissie van beheer der gemeente-reiniging te Breda, over het dienstjaar 1894. Aan den Raad der gemeente Breda. De commissie van beheer der gemeente-reiniging heeft de eer U hierbij aan te bieden het verslag over het dienstjaar 1894. A. Personeel. De directie en het opzicht bleef aan dezelfde personen als in het vorige dienstjaar toevertrouwd. Het aantal werklieden met inbegrip van den machinist tot het bedienen der machine tot het pneumatisch ruimen van beerputten bleef tot medio November gelijk aan het aantal van het dienstjaar 1893, n.l. 40, maar met opgemeld tijdstip werd het personeel met 2 man verminderd, tengevolge der invoering van eene veranderde dienstregelinghierachter nader te omschrijven onder lett. B. B. Inrichting. In den gewonen dienst is geregeld door het vaste personeel voorzien kunnen worden. Het aantal paardenbestaande uit een negentalis medio November met twee vermeerderd en bestaat thans alzoo uit elf. Die vermeerdering vindt haren oorsprong in het wijzigen van den dienst van het ophalen van huisvuil. Geschiedde dat in de dienstjaren 1893 en 1894 met vier handkarren, elke kar bediend door twee werkliedenthans wordt dat vuil opgehaald met twee groote wagenselk bespannen met een paard en bediend door één voerman en twee arbeiders bij eiken wagen. Het aanschaffen van twee paarden heeft ten gevolge gehad, dat een der paardenstallen is vergroot geworden. Aangezien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 210