200 in gebruik zijnde wagens. Een vijftal teekeningendie inge komen zijn, kwamen ons échter niet practiscli of doelmatig genoeg voor, zoodat wij door en in overleg met de Gebr5. Clarijs, rijtuig- en wagenmakers te dezer stede, een wagen lieten makendie naar onze bescheiden meening aan het doel beantwoordt, n.l. het vuil zooveel doenlijk stofvrij in den wagen te stooten en het vervoer meer zindelijk te doen geschieden. E. Wissel-tonnenstelsel. Het verwisselen der tonnen in de acht wijken geschiedde even als in het vorige dienstjaar. Het desinfecteeren der tonnen heeft geregeld plaats gehad. Tijdens de kermisdagen zijn in of bij de kramen en tenten privaat-stelletjes geplaatst, voor het gebruik waarvan 50 cent per stuk is betaald. Het aantal geplaatste tonnen bedraagt 4381. In het vorige dienstjaar bedroeg dat aantal 4260. Er werden in het geheel bijgeplaatst 115; door het niaken van 13 beerputten werden 44 tonnen buiten dienst gesteldzoodat de vermeerdering sinds 1893 bedraagt 71. F. Het pneumatisch ledigen van beerputten. Het pneumatisch ledigen van beerputten blijft steeds goed voldoen. In 1894 werd uit 255 putten 1027 M3. faeealiën geruimd, terwijl in 1893 uit 229 putten 9423/4 M3. werd verkregen. In het geheel werden in 1894 26 beerputten, volgens be staande verordening, en onder toezicht van den gemeente architect geplaatst. Het onderhoud van de machine, de beerwagens en de buizen, vorderde de betrekkelijk geringe som van ƒ41,10.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 213