218
medegedeeld bij Koninklijk besluit van den 28sten Februari 1873
(Staatsblad Nu. 35) behoorlijk op.
De lijsten, door hen gehouden, zijn met de verklaringen der
ondergane koepokinentingna afloop van het jaaraan het ge
meentebestuur ingezonden en bij onderzoek in orde bevonden.
VII. Toezicht op de prostitutie.
Met het toezicht op de prostitutie zijnovereenkomstig de
bestaande verordening, belast de gemeente-geneesheeren.
Wekelijks had het geneeskundig onderzoek der publieke
vrouwen plaats onder toezicht der politie.
(Zie hiervoor het verslag van de commissie van beheer van
het stedelijk ziekenhuis).
VIII. Toezicht op de levensmiddelen.
Het toezicht op vee en vleesch is opgedragen aan een
keurmeester en dat op viseh aan twee keurmeesters.
Bij verordening is, behoudens het bepaalde bij de artt. 174
en 175 van het wetboek van strafrecht, strafbaar gesteld het
in het openbaar verkoopen of voorhanden hebben van onrijp
ooft, voedingsmiddelen en eet- en drinkwaren, terwijl het
mede op straffe verboden is kunstboter of natuurboter met
kunstboter of met andere vreemde bestanddeelen vermengd in de
boterbal ter markt te brengen of ten verkoop aan te bieden.
IX. Gezondheids-commissie.
Deze commissie bestaat uit de volgende heeren
Dr. P. R. van Mierlo, voorzitter.
Dr. J. P. Hofman, secretaris.
Dr. P. W. J. Bijnen.
Dr. Th. J. J. Gori.
Dr. J. D. R. Schefler.
Laatstgenoemde in plaats van Dr. L. Aronsteinnaar elders
vertrokken.