fSjzn wcordl fyzr dankbar^ h£Finngrin,g.
Een der schoonste dagen voor Breda in het jaar 1894
was ongetwijfeld de dag van 25 Septembertoen de
Koninklijke Militaire Academie en de gemeente Breda
de hooge eer mochten smaken een bezoek van Hare
Majesteiten te ontvangen; een dag, met gulden letteren
opgeteekend in het geschiedboek van Breda en waardig
herdacht te worden aan het hoofd van dit verslag.
Het is een waar genoegen zich te vermeien in de
herinneringen aan dien onvergetelijken dag verbonden;
herinneringen, wijzende eenerzijds op de toenaderende
minzaamheid en hooge waardeering van den kant van
Hare Majesteiten, en anderzijds op de duurzame trouw
en de hartelijke liefde van den kant der bevolking.
't Blijde bericht van het vorstelijk bezoek op
25 September bereikte Breda slechts weinige dagen
te voren.
Geheel overeenkomstig de traditie, wanneer Leden
van ons dierbaar vorstenhuis onze gemeente met een
bezoek vereerden, werd dit bericht met geestdriftvolle
toejuiching begroet; en door ééne en dezelfde gevoelens
beheerscht, sloegen arm en rijk, oud en jong, met