336 Ééne buitengewone vergadering werd in de maand October gehouden. Volgens bestaanden rooster zijn elke maand twee leden met het schoolbezoek belastwelke inde eerstvolgende ver gadering daarvan verslag uitbrengen. Bi] missive van 4 Juni 1894 gaven wij in overweging de artikelen 14 en 15 der verordening op de ambachtsschool, zooals die bij raadsbesluit van 26 Juni 1886 was vastgesteld, te wijzigen en wel, dat voor de eerste alinea van art. 14 wordt gelezen: »Het schooljaar begint 1 April en eindigt 31 Maart" enin verband daarmedevoor de derde alinea van dat art. te lezen De inschrijving van adspirant-leerlingeu heeft plaats van 1 Februari tot 1 Maart." De tweede alinea van art. 15 te lezen: »De vacantietijd wordt door de commissie geregeld; hij duurt niet langer dan drie weken achtereen en er worden hoogstens vier weken in het geheele jaar voor aangewezen." Het doel der wijzigingen was, dat de ondervinding had geleerd, dat de leerlingen, die den driejarigen cursus eindigen, gemakkelijker met 1 April dan met 1 Mei bij de werkbazen ge plaatst kunnen worden, verder om de zoogenaamde Kerstvacantie te laten vervallen, en, in het belang van het onderwijzend personeelde zomervacantiedrie in plaats van twee weken te laten duren. Deze wijziging werd vastgesteld in de raads vergadering van 16 Juni 1894. De inrichting der werkplaatsen bleef onveranderd, hoewel voortdurend de behoefte gevoeld werd aan eene betere werk plaats voor de schilders speciaal wat betreft een stofvrij lokaal voor het lakken en vernissen. Na verschillende plannen dien aangaande, werd eindelijk in de December-vergadering besloten eene zelfstandige werkplaats te bouwen aan de zuidzijde der binnenplaats, ter plaatse alwaar thans de houtloods staat en de laatste daartoe zooveel noodig te verplaatsen. Dit werk zal in 1895 worden uitgevoerd, waarvan de kosten grootendeels kunnen worden bestreden uit het goed slot van het dienst jaar 1893.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 349