VERSLAG omtrent den toestand van
het gymnasium te Breda over 1894.
346
Bij den aanvang van het jaar werd het gymnasium bezocht
door 45 leerlingenwaarvan 5 in de eerste klasse3 in de
tweede15 in de derde9 in de vierde5 in de vijfde en 7
leerlingen in de zesde klasse geplaatst waren.
In den loop van het jaar verliet één leerling der derde klasse
de inrichting, doch werd door twee anderen vervangen.
Op 2122 en 23 Juni werd het eindexamen gehouden ten
overstaan van de hoogleeraren S. A. Naber, F. J. Blok en
F. de Boer, als gecommitteerden van de regeering.
Aan dit examen werd deelgenomen door de 7 leerlingen
der zesde klasse van het gymnasium en een extraneus.
Alle leerlingen mochten in het examen slagenzoodat
het getuigschrift A werd uitgereikt aan: B. J. Bijnen, M. E.
Havelaar en W. M. van de Werk; het getuigschrift B aan:
W. A. van den Berg, H. A. van Doorn, 6. G. J. H. van
Liebergen en W. A. Rutgers.
De extraneus moest worden afgewezen.
De overgangs-examens hadden plaats op 9, 10 en 11 Juli.
De uitslag was als volgt
klassen.
aan het examen
hebben
deelgenomen
onvoorwaar
delijk
bevorderd
na hek
examen be
vorderd
niet
bevor
derd:
jste
5
4
1
0
2de
3
1
0
2
3de
17
7
3
7
4<ïe
9
9
0
0
5de
5
3
1
1
Totaal
39
24
5
10