420
Met voldoening mag wederom gewezen worden op den bloei
der ambachtsschool.
Het aantal leerlingen was, wel is waa*r, aan het einde van
het jaar, een weinig minder dan het jaar te voren, doch dit
vond voornamelijk zijn oorzaak in het buitengewoon groot aantal,
dat na volbrachten driejarigen cursus, de school verliet.
Op het einde van 1893 had de school eene bevolking van
139 leerlingen. Voor den nieuwen cursus hadden zich 61
jongelingen aangemeld en bedroeg het aantal dat dien cursus
volgde 135, en wel 36 timmerlieden, 18 meubelmakers, 25
ververs en 56 smeden.
Het uitstekend onderwijs heeft ten gevolge gehaddat vele
leerlingenreeds lang vóór hun leertijd verstreken wasvan de
bazen werk bekwamen.
Niet on vermeld mag blijvendat Hare Majesteiten de Koningin
en de Koningin-Regentesbij H. D. komst te Bredaook een
bezoek aan de school hebben gebracht.
1603 schepen met een maat van 123 982 ton zijn de
haven in- en uitgevaren tegen 1575 schepen, metende 119 559
ton, in 1893. Door de strenge vorst is de scheepvaart geruimeii
tijd gestremd geweest.
Omtrent de middelen van vervoer vermelden wij dat de
Ginnekensche Tramweg-Maatschappij een druk verkeer heeft.
Werden toch in 1893 gemiddeld per dag vervoerd 678 personen,
dit getal steeg in 1894 tot 710 personen, niettegenstaande het
weder in den zomer niet gunstig is geweest. Van de minia
tuurtram tusschen Ginneken en het Mastbosch maakten 22835
personen gebruik.
De inkomsten bedroegen 26 586,04 en de uitgaven f 15 311,14,
zoodat de meer gunstige verhouding van uitgaven en inkomsten
57,6°/0 bedroeg, tegen 58,8°/0 in 1893.
Het dividend bedroeg 8,7°/0.