436
III. HANDEL EN SCHEEPVAART.
A. Binnenlandsche handel.
De dagelijksche algemeeue markt, bepaaldelijk keubaar des
Dinsdags en Vrijdags, kenmerkte zich door niet minder leven
digheid en vertier dan in de laatste jaren. Er werden, als
steeds, aangevoerd boter, eieren, kaas en velerhande andere
artikelen van dagelijksch en huishoudelijk gebruik.
In de waag werden gewogen 34 214 kilogram boter tegen
30 954 in 1893, terwijl buitendien een belangrijk gewicht in
maten boter verkocht werd.
Des Dinsdags en Vrijdags werden, als gewoonlijk, aan de
beurs granen op monster verhandeld.
De ter vischmarkt aangevoerde zee- en riviervisch bracht
in 1894 op 7773,85 tegen 9664,30 in 1893. Het aantal
koopen beliep 27 833 tegen 37 845 in 1893. Tien jaar geleden
en wel in 1884, bracht de visch op f\l 311,55 en beliep het
aantal koopen 43494.
De handel in biggen bleef gelijk aan vorig jaar.
De kermis (Pinkster-kermis) en najaarsmarkt (Allerheiligen-
markt) geven blijkvooral de laatstedat zij nog steeds
levenskracht en aantrekkelijkheid bezitten.
Het invoeren van een staangeld op de dagelijksche algemeene
markt blijft goede uitkomsten opleveren. Aan de levendigheid
van de markt staat dat staangeld, zooals wij reeds herhaal
delijk deden opmerken, niet in den weg.
De binnenlandsche handel ging niet achteruit. Hij bleef zich
bepalen tot voortbrengselen van den landbouw en de warmoe-
zenierderijtot het verhandelen van koloniale waren met de
omliggende gemeenten, en de verzending van goederen van
de alhier aanwezige en zich uitbreidende fabrieken, naar ver
schillende gemeenten van ons rijk.