29 Vaste commissiën. Volgens de artikelen 54 en 56 der gemeentewet zijn, evenals in voorgaande jarenbenoemd de volgende vaste commissiën bestaande 1°. Voor het beheer der gemeente-gasfabriekuit de heereu: E. H. A. Guljé, burgemeestervoorzitter. H. A. Sassen J. J. L. Teychiné, K. G. Oukoop, J. A. J. W. van Hal. 2°. Voor het beheer der gemeente-reiniging, uit de heeren: E. H. A. Guljé, burgemeester, voorzitter. W. G. H. Rombouts, Mr. Th. Mathon, J. A. J. W. van Hal, A. J. A Verschraage. Voorzitter van deze commissiën is de burgemeester of een lid van het dagelijksch bestuur 3°. Voor het ontwerpen der strafverordeningen (art. 166 der gemeentewet), uit de heeren: E. H. A. Guljé, burgemeestervoorzitter. Mr. M. P. M. van Dam, Mr. Th. Mathon, Mr. P. M. J. E. Bloemarts. 4°. De bouwcommissieuit de heeren E. H. A. Guljé, voorzitter, (wegens bedanken, voor 1895 vervangen door den heer H. A. Sassen) J. Lijdsman J. J. L. Teychiné. 5°. Aan eene commissie van drie leden is opgedragen het beheer van het gemeentelijk pensioenfonds, welke leden zijn de heeren E. H. A. Guljé, burgemeestervoorzitter. J. J. Nelissen, A. P. Scheltus, lid en secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 42