56 »in 1646 van het voormalige klooster van St. Catharina (thans Kloosterkazerne), een overgebleven deel van de sloot, welke den »toenmaligen boomgaard van de omliggende terreinen scheidde. Bedoelde boomgaard is thans de door het klooster alsnog in eigendom bezetén hovenierderij. Bij overeenkomst van Januari 1882, gesloten tusschen de gemeente Breda en het Catharinaklooster te Oosterhout, zijn «twee gedeelten van die sloot, langs de Pasbaau en langs de Houten Tentengedempt en de buiten de rooilijnen vallende «gedeelten daarvan aan het klooster te Oosterhout afgestaan. «Oe sloot in kwestie staat kadastraal ten name vau de «gemeente Breda en heeft sedert jaren dienst gedaan om het «spoelwater van de aangrenzende hovenierderij en van de «huisjes van Meijer en Schonkeren te ontvangen, terwijl zij «geen uitwatering heeft en alzoo uit den aard der zaak een «moddersloot is geworden, welke uit een hygiënisch oogpunt «behoort gedempt te worden. «Nu de aangrenzende eigenaren, blijkens het ingekomen «adres, bereid zijn die sloot, ieder voor zijn erf te koopen en te dempenwordt het wenschelijk geacht daarop in te «gaan, en aangezien het dempen nogal aanmerkelijke uitgaven «vordert, is de koopprijs op slechts 10 cent per centiare gesteld. «Intusschen zal in de afwatering van het spoelwater van de «hovenierderij van het klooster en van de woningen moeten «voorzien worden. Op de hierbijgaande kaart is het ontwerp «daartoe met roode lijnen aangegeven. «Adressanten zijn bereid ieder op zijn eigendom de vereischte «werken van afwatering te makenterwijl ten laste der gemeente «komen de gedeelten riool met kolken op de openbare straat, «waarvan de kosten worden geraamd op f 200. Daarbij moet in het oog gehouden wordendat de afwatering «van de openbare straten aldaar door rioleering verbetering «eischt, zoodat die uitgaven niet geheel het gevolg zijn van «het dempen van de sloot."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 69