63 ging van liet verzoek men weldra de gasfabriek zou kannen sluiten, docb de voorzitter, ofschoon het verzoek niet gunstig gezinddeelde die meening niet geheelzoolang het electrisch lichttengevolge van de onvolkomenheid der toestellen duurder zal zijn dan gas. De heer Vreede sprak een woord in het belang der industriedoch deze werd verzekerde de voor zitter niet benadeeldwant in eigen woning en fabriek kon electrisch licht worden aangebracht. Niet den gemeentegrond wenschte men daartoe beschikbaar te stellen. Ten slotte werd zonder hoofdelijke stemming besloten overeenkomstig het advies van burgemeester en wethouders. 21 April 1894. Vervreemding In de bovengenoemde zitting werd gelezen een adres van van het brand- Jr t tt tt i i. j. spuithuis aanhet R.-K. parochiaal kerkbestuur van U. L. V. Hemelvaart te voormalige Bredawaarbij werd verzocht te willen medewerken om het brandspuithuis aan de Ginnekeustraat, staande naast de paro chiale kerk en waarvan de gemeente mede-eigenaresse is, weg te ruimen; onder mededeeling, dat het bestuur eerst meende het boven- en achtergedeelte van bedoeld huis te moeten ver bouwenmaar daarvan is teruggekomen, omdat de aanwezig heid van een brandspuit alsmede het windwerk van het riool hinderpalen zijndie eene verbouwing in den weg staan het verbouwen dan ook maar lapwerk zou zijn en de oude toestand, welke de omgeving zeer ontsiert, zou blijven bestendigd, ter wijl wat betreft de verplaatsing der brandspuit en van bedoeld windwerkdeze gevoegelijk zouden kunnen worden overge bracht naar den in de nabijheid gelegen stads-timmerwinkel. Besloten werd dit adres te stellen in handen van burge meester en wethouders ter fine van praeadvies. Dit praeadvies gewerd den Raad in zijne zitting van 14 Juli 1894, waarbij eene ontwerp-overeenkomst werd overgelegd, vergezeld van de volgende memorie van toelichting:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 76