67
deelendat omtrent het al of niet bebouwen niet kan beslist
worden, vóór het terrein ontruimd is".
Nadat de Raad had goedgevonden de zaak in behandeling
te nemen, gaf de voorzitter als zijne 'meening te kennen,
dat het best zou zijn zich te houden aan het oorspronkelijk
ontwerp van overeenkomst.
De heer Mathon was daartegen. Naar spreker's inzien moet
ter plaatse gebouwd worden. Deze zienswijze bleek niet die
van den heer Lijdsman, die zelfs door den Raad de wensche-
lijkheid wilde zien uitgesprokendat ter plaatse niet zou
mogen gebouwd worden. Beide sprekers omkleedden liunue
meening met redenen.
De heer Bloemarts kwam terug op het punt omtrent den
telefoonpaal en betoogde de noodzakelijkheiddat waarborg
zou genomen worden, dat de beoogde verfraaiing blijvend zij
en de paal eene vaste plaats zal verkrijgen op het kerkplein.
Na verdere beraadslaging deed de heer Rombouts het denk
beeld kennenom te bedingendat den telefoonpaal plaats
zal moeten verleend worden op het kerkplein gedurende den
tijd der telefoon-concessie, n. 1. 25 jaren.
Met dit denkbeeld kon de heer Bloemarts zich wel vereenigen,
waarna de voorzitter voorstelde de overeenkomst goed te keuren,
behoudens het beding omtrent den telefoonpaal, welk voorstel,
bij hoofdelijke stemming, met algemeene stemmen werd aange
nomen uitgezonderd die van den heer Mathon.
Het kerkbestuur legde zich neer bij het genomen besluit
en zoo kwam de overeenkomst tot stand gelijk zij was
vastgesteld.
31 Maart 1894 en volgg
Het ter zijde genoemd ontwerp werd reeds in ons vorig
ningvoor.ie^-jaarverslag ingeleid (zie blz. 119—120). Gevolg was door de
raadsleden gegeven aan het in de vergadering van 9 Dec. 1893