71 1°. Voor de ontijzerings-inrichting toe te staan een bedrag »van f 26500,en dit op de begrootiug te brengen »voor den dienst van 1894. 2°. »Aan te schafien twee condenseerende plungerpomp- machines en de levering daarvan onderhands op te dragen »aan de Bredasche machinefabriek voor de som van »f 11660,behoudens de goedkeuring van de Gedepu teerde Staten dezer provincie. 3°. »ln het openbaar aan te besteden het doen maken der filter- en ontijzerings-inrichting bovengenoemd. 4°. »In het openbaar of bij inschrijving aan te besteden »de levering der afsluiters. »Tot toelichting van het door ons medegedeelde omtrent »de nieuw te maken inrichting, worden door ons hierbij overlegd twee brieven van den heer ingenieur Schotelge- »dagteekend 11 en 28 April 1894, N03 881 en 1070, benevens »het plan der inrichting. Die stukken zijn in onze handen gesteld door burgemeester en wethouders, aan wie ze gericht waren, ten eiude daaromtrent »aan den gemeenteraad onze voorstellen te doen kennen." Nadat bovenstaand schrijven was voorgelezendeelde de voorzitter mededat de betrokken ingenieur Schotel was uitgenoodigd ten raadhuize tegenwoordig te zijn, en gaf in overweging hem in besloten zitting de toelichtingen te doen verstrekkendie mochten verlangd worden. De heer Scheltus, ofschoon de bedoeling eerbiedigende, vroeg, waarom de zaak iu besloten zitting moest behandeld worden. Spreker verklaarde er niet voor te zijnhaar aan de publieke behandeling te onttrekken. Hieromtrent werd enkele oogenblikken tusschen den voorzitter en de heeren Scheltus, Bloemarts, Yreede en Van Dam van gedachten gewisseldwaarbij in het licht werd gestelddat de heer Schotelgeen lid van den Raad zijndeniet in de openbare zitting kon gehoord worden, en dat het enkel de bedoeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 84