Verordening op de brandweer in de gemeente Breda. 75 hebben eene nieuwe verordening tot nadere regeling van het onderwerp. Van bedoelde verordening werd U met toelichtende bescheiden een ontwerp aangeboden in de zitting van 2 Juni 1894. Besloten werd alstoen de stukken ter visie te leggen voor de leden. Tn de zitting van 16 Juni 1894 werd het onderwerp nader aan de orde gesteld Bedenkingen werden niet in het midden gebracht. Integendeel gaf de heer Scheltus te kennen, dat, naar het spreker voorkwamde verordening oordeelkundig en practisch was ingericht. Nadien werd besloten de verordening vast te stellen, welke is van den volgenden inhoud: HOOFDSTUK I. Personeel der brandweer. Art. 1. De brandweer is samengesteld uit: 1°. een opperbrandmeester 2°. een adjunct-opperbrandmeester 3°. een brandmeester, drie onderbrandmeesters en minstens twintig brandgasten voor elk stel spuiten 4°. een brandmeester, belast met het materieel der water leiding 5°. een onderbrandmeester met acht brandgasten voor den grooten slangenwagen en vier brandgasten voor den kleinen slangenwagen per wijk; 6°. een onderbrandmeester met acht brandgasten voor den reddingswagen 7°. een opzichter van het materieel; 8°. een signaalgever 9°. een bode der brandweer;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 88