77 Art. 4. Wanneer een brandgast bij gelegenheid van het blusschen van brand in de uitoefening zijner bediening wonden of kneuzingen bekomt, zal hiervan door het college van brand meesters proces-verbaal worden opgemaakt en dit proces-verbaal binnen tweemaal vier en twintig uren aan burgemeester en wethouders worden ingezonden. Art. 5. De brandmeesters vormen met den adjunct- en opperbrand- meester een collegewaarvan de opperbrandmeester voorzitter is. De gemeente-architect en de directeur der waterleiding hebben zitting in dit college met eene raadgevende stem. De burgemeester ontvangt kennisgeving van elke bijeenkomst van het college, welke hij des verkiezende bijwoont. Art. 6. Het college van brandmeesters dient het gemeentebestuur van bericht en advies, en doet al zoodanige voorstellen, als het in belang der brandweer dienstig acht. Art. 7. Bij eene vacature in het personeel der brandweer, zendt het zoo spoedig mogelijk eene aanbeveling aan burgemeester en wethouders in. Art. 8. Het regelt den algemeenen dienst der brandweer en stelt, onder goedkeuring van burgemeester en wethouders, de in- structiën voor het personeel der brandweer vast.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1894 | | pagina 90