83 Art. 2. Art. 3. Art. 4. Contractanten ter eene zijde verbinden zich aan" contractante ter andere zijde te betalen: 'a. voor den nachtdienst en de bediening der alarminrichtingen O O de som van drie honderd gulden per jaar, in twee halfjaar lij k- sche termij nen, te rekenen te zijn ingegaan primo Januari 1895, en zulks zoolang bet aantal geabonneerd en niet tot 300 is geklommen, overeenkomstig voormeld art. der concessievoor waarden, terwijl wanneer dit aantal is bereikt, alleen een even redig bedrag voor de bediening der alarminrichtingen behoeft te worden voldaan, welk bedrag door contractanten ter eene zijde, na de contractante ter andere zijde te hebben gehoord, zal worden vastgesteld; b. voor de benoodigde brandschellen lien gulden per stuk en per jaar, mede te rekenen te zijn ingegaan primo Januari 1895. '4 De voorschreven wederzijdsche verbintenis wordt, met in achtneming van het bepaalde bij art. 2 omtrent den aanvangs- termijn van betaling, gerekend te zijn aangegaan voor den tijd van vijf en twintig jaren, te weten den duur der telefoonconcessie, dato 6 Augustus 1892, met dien verstande, dat contractanten ter eene zijde de bevoegdheid zullen hebben ten allen tijde de overeenkomst te doen eindigen, mits daarvan een jaar te voren aan de mede-contractante schriftelijk opzegging doende. De kosten van zegels, leges, enz. op deze overeenkomst vallende, worden door de contractante ter andere zijde gedragen. Na mededeeling door den voorzitter, dat deze overeenkomst enkel een gevolg was van vroegere regelingen, werd zij zonder verdere beraadslaging goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 106