80 Daarop antwoordde de voorzitter, dat daartoe wel de bevoegd heid bestond, doch het vooralsnog niet wenschelijk was daarvan gebruik te maken, zoodat inmiddels liet verbod van kracht bleet. Vervolgens werd besloten het bovenbedoeld voorstel goed te keuren, De raad ondersteunde dit voorstel, waarna de voorzitter, na, staande de vergadering, bet gevoelen daaromtrent van heeren wethouders te hebben ingewonnen, te kennen gaf, dat het da gelij ksch bestuur bereid was aan den wensch van den raad te gemoet te komen; terwijl voorst het getal der aan te bevelen candidaten bepaald werd op vijf. Burgemeester en wethouders kweten zich van de hun op gedragen taak bij een schrijven, dat ter tafel kwam in uwe zitting van 11 Mei '1895. Dat schrijven behelsde bet volgende: »Bij een in uwe vorige zitting genomen besluit, hebben wij »de opdracht ontvangen U eene aanbeveling te doen van vijf «candidaten, ter voorziening in de vacante betrekking van con- «cierge ten gemeentehuize alhier. «Onder de sollicitanten bevindt zich de gemeentebode 0. de «Jongii. 't Is niet zonder precedent alhier, dat de gemeente sbode tevens is concierge van het gemeentehuis. In wijlen »L. van Tiioor waren vóór 1883 beide betrekkingen vereenigd. «Ook wel elders worden beide betrekkingen aan één persoon ^opgedragen. »t «1 S1 (1 c b 1 d n v 11 Mei 1895. XX. Be- Door het overlijden van mei. C. van Tiioor was de betrekking noeming van XT een stads- ter zijde genoemd vacant geraakt. Na eene oproeping van bode als con- sollicitanten, werden in uwe zitting van 20 April 1895 62 adressen raadhui ze! ter tafel gebracht. Moeielijk, zoo niet onmogelijk werd het geacht over die 62 candidaten te stemmen, waarom de heer mr. Matfion bet dagelij ksch bestuur in overweging gaf, eene aanbevelingslijst van enkele candidaten aan te bieden. «1 »i s «I v XXI. Voor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 109