88
ziemng in
de betrek
kingen van
havenmees
ter, gaarder
van rechten
en loonen
enz.; alsmede
van vischaf-
slager.
Splitsing
dier betrek
kingen, enz.
ambtenaar, bekleedende de ter zijde genoemde betrekkingen,
waren deze vacant geraakt.
Naar aanleiding hiervan, werd in uwe vergadering van den
8stcn Juni 1895, onder uitvoerige uiteenzetting der beweeggronden,
door burgemeester en wethouders voorgesteld
"1°. De betrek! tingen van havenmeester en van gaarder van
rechten en loonen te scheiden van de betrekking van visch-
afslager
2°. de betrekkingen van havenmeester en van gaarder van
rechten en loonen, laatstgenoemde betrekking in haren
geheelen omvang, alzoo met inbegrip van de bedie
ning der boterbal en der petroleumbergplaats (onver-
huurd gedeelte), met 1 Juli 1895 en onder gehouden
heid tot het stellen van een borgtocht van f 500, op te
dragen aan F. B. Engbersen, deurwaarder der plaatselijke
middelen in deze gemeente, tegen eene vergoeding van
f 300 per jaar, zondei verder eenige percentsgewijze be
looning, met vrije woning, onder voorwaarde, dat de kos
ten van eventueele hulp (b.v. voor het rondbrengen en
ophalen van belastingbiljetten) voor zijne rekening zullen
komen
3°. eene oproeping te doen van sollicitanten ter voorziening
in de betrekking van visehafslager, openvallende 1 Juli
1895, tegen eene belooning van 2/3 der vischmarktgelden,
welke belooning in 1894 beliep de som van 155,44.
Deze voorstellen konden echter niet de goedkeuring van uwen
raad wegdragen. Het bezwaar, allereerst breedvoerig ontwikkeld
door den heer Sciieltus, was hoofdzakelijk gelegen in de ver-
eeniging van verschillende betrekkingen in één persoon.
Betoog op betoog volgden in dien zin, die, hoe ook de voor
zitter trachtte het nuttige en wenschelijke der voorstellen in
het volle licht te plaatsen, er toe leidden, dat, bij stemming,
de bedoelde voorstellen met li tegen (1 stemmen werden ver
worpen.
Was l'eeds tijdens de beraadslagingen gebleken, dat de be-