89
noeming van vischafslager, krachtens verordening, geschiedt
door burgemeester en wethouders, thans stelde de voorzitter
voor eene oproeping te doen van sollicitanten naar de betrek
king van havenmeester, gaarder van rechten en loonen en
waagmeester zonder bijvoeging van het ambt van vischafslager,
op eene jaarwedde van f 500 en vrije woning, en onder de
verplichting tot liet stellen van een borgtocht ten bedrage van
f 500.
Dienovereenkomstig werd zonder bedenking besloten, waar
door tévens gebroken werd met het tot dusver toegepaste stelsel
van veranderlijke belooning plus eene vaste jaarwedde, welke
laatste bovendien van f 775 werd teruggebracht tot f 500.
Van 33 sollicitanten, die voor benoeming wenschten in aan
merking te komen, werden de adressen in uwe vergadering
van den 6llcn Juli 1895 overgelegd, doch, op voorstel van den beer
Scheltus, werd besloten, dat burgemeester en wethouders
zouden worden uitgenoodigd in de eerstvolgende vergadering
eene voordracht van 5 personen, alphabetisch opgemaakt, in
te dienen.
De benoeming geschiedde in de zitting van 3 Augustus 1895.
Aan de verplichting van den benoemde tot het stellen van
een zakelijkèn borgtocht van f 500, gelijk door hem geschied
was in 3°/o certificaten Nederlandsche werkelijke schuld, ont
leende de heer Scfieltus de stof tot betoog der wenschelijkheid,
(zie vergadering van 3 September 1895) om, wanneer het zulke
kleine borgtochten gold, ter besparing van kosten voor de
belanghebbenden, genoegen te nemen met het doen deponeeren
der gelden op de spaarbank der maatschappij tot Nut van 't
Algemeen of op de rijkspostspaarbank.
In uwe vergadering van den 21. September '1895 werd eene
nieuwe instructie voor den havenmeester, den gaarder van
rechten en loonen, den waagmeester, enz. vastgesteld.
In de vergadering van burgemeester en wethouders van den
22. Augustus 1895 werd een nieuwe vischafslager benoemd, die
den 5. September daarna een zakelij ken borgtocht stelde van f 300.