i
92
worden in handen van burgemeester en wethouderszulks toch
ter kennisneming aan den raad over te leggen, waarop de
voorzitter antwoordde, dat het gedane verzoek door hem aan
het dagelijkscli bestuur zou worden medegedeeld.
In dezelfde zitting werden door den nieuw benoemden rent
meester opgegeven de effecten, welke door hem als borgtocht
zouden gedeponeerd worden, doch, in verband met het boven
staande, werd de beslissing omtrent dit punt aangehouden.
Nadat aan burgemeester en wethouders van hoogerhand om
advies gevraagd was in deze zaak en het adres, door regenten
der Koningin aangeboden, ter visie voor de raadsleden had
gelegen, werd in uwe zitting van '12 October 1895 het voorbe
doelde punt omtrent de borgstelling nader aan de orde gesteld,
op grond, zooals de voorzitter mededeelde, dat door den minister
van binnenlandsche zaken, bij beschikking van 10 September
1895, aan het college van regenten van het oude-mannenhuis
was te kennen gegeven, dat er voor tussohenkomst der regee
ring in deze geene termen waren. Het raadsbesluit bleet alzoo
gehandhaafd. De borgtocht, zooals die was voorgesteld, werd
aangenomen, waarmede deze zaak beëindigde.
G Juli 1895 en volgg.
XXV. Te- In bovengenoemde zitting kwam een adres ter tafel van de
gemoetko- weduwe van een onderwijzer aan de ambachtsschool, verzoe-
duwen van kende, ten gevolge van het overlijden van haren echtgenoot,
gemeente- om eene gratificatie.
aen bedien- Besloten werd dit adres ter fine van prae-advies te stellen in
den, geen handen van burgemeester en wethouders,
zjjndefnpen- Dezen legden in uwe zitting van 3 Augustus 1895 bedoeld
sioenfonds. advies over, waaruit bleek, dat bericht en raad was ingewonnen
bij de commissie van beheer der ambachtsschool, doch dat
deze geen vrijheid had kunnen vinden het gedaan verzoek te
ondersteunen, waarmede burgemeester en wethouders zich ve)r-