104 waardoor zij op é'ne lijn kwamen te staan met de armlastigen. Door een offer van 15 centen per week konden de agenten zich geneeskundige hulp en geneesmiddelen verzekeren. De heer Sassen gelooide niet, dat hij de traktementsverhoo- ging ten vorigen jare met liet geval rekening was gehouden, gelijk de heer Van Aken te voren beweerd had. De heer Scheltus verklaarde diezelfde meening te zijn toe gedaan en bepleitte de instandhouding van het genot. De heer Van Hal wees op de noodzakelijkheid tot herziening van de armenverordening, voor het geval de toestand zou worden bestendigd. De heer Bloemarts stelde voor, dat burgemeester en wet houders een onderzoek zouden instellen, in welke mate door de agenten van politie van het bestaande voorrecht werd ge bruik gemaakt, opdat de raad zou kunnen oordeelen, in hoe verre en op welke wijze aan het verzoek van adressanten kon worden gevolg gegeven. De heer Teyciiiné kon wel aannemen dat het genot in strijd was met de armenverordeningmaar waarom dan vroeg spreker Werd die toestand zoolang bestendigd Na een tusschenwoord van desfieeren Van Mal en IIeijlaerts, gaf de heer Rombouts als zijne meening te kennen, dat wanneer burgemeester en wethouders misbruiken ontdekken, zij verplicht zijn die misbruiken te keer te gaan. De heer Bloemarts kwam terug op het dooi' hem gedane voorstel, dat dooi' verschillende leden werd ondersteund en daarop zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen. In uwe zitting van den 21sln" September 1895 werden de be raadslagingen heropend, naar aanleiding van de mededeeling door burgemeester en wethouders, dat door de politic-agenten en hunne gezinnen in het jaar 1894 genoten waren 475 recepten, makende, aangenomen dat de agenten en hunne gezinnen samen een getal van 120 personen vormden, voor ieder persoon 4 recepten, of '16 per huisgezin van 4 personen. Het onderwerp leidde tot eene breedvoerige gedachtenwisse-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 127