119 inzage gegeven, heb ik een afschrift gemaakt en daarbij tevens vermeld, waar in 1895 het origineel te vinden was. Door aankoop werd de bibliotheek verrijkt met een «Ge schiedkundige beschrijving van de stad Breda en hare omstreken door A. J. v. n. Aa". Dat is weer iels gewonnen, terwijl er altijd nog zeer veel blijft ontbreken; doch zoo langzamerhand en zonder dat liet financieel gevoeld wordt, hoop ik de collectie bijeen te krijgen, die ons feitelijk niet ontbreken mag. En wat is door mij voor 't archief verricht? Ook dit jaar heb ik mijn werk voortgezet naar het plan,dat ik mij vroeger gevormd heb, vast overtuigd als ik ben, dat het resultaat van dien arbeid de draad van Ariadne zal zijn in den archivalischen doolhof. Ileeds nu heb ik vruchten ge zienin plaats van oorspronkelijke stukken Icon ik hen, die 't een of ander wilden nasporen, duidelijk geschreven kopieën aanbieden. Reeds veel, waaromtrent men vaak inlichtingen vraagt, staat in liet repertorium, door mij voor een paar jaar begonnen, zoo opgeteekend, dat het in de verschillende registers en akten aanstonds te vinden is. Om wat in 't archief als in een graf verborgen ligt zooveel maar doenlijk is bekend te maken, om ook hij anderen zoo mogelijk lust en belangstelling voor Breda's oude geschiedenis op te wekken of levendig te houden en tevens om voor 't archief een geschiedkundig overzicht te verkrijgen, voor een ieder geregeld en gemakkelijk te raadplegen, heb ik, zooals bekend is, sedert Juli 1895 om de veertien dagen in onze lokale bladen opstellen geplaatst onder den titel van »Bredaniana". Reeds vijftien dergelijke bijdragen zagen het licht en meerdere zullen volgen, vooral daar uit menigen mij toegezonden brief op de meest ondubbelzinnige wijze van ware belangstelling wordt blijk gegeven. De zoo ware woorden van Cicero gedach tig «Fardi ingenii est rivulos consectari fontes rerum non videre" (geen beekjes naloopen maar naar de bronnen zien), is het mijn doel geen geschiedenis te schrijven maar naar geschiede nis te vorschenwaarom ik ook voor anderen, die met mij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 142