131
Bij uw besluit van den 17. Augustus 1895 werd besloten tot
het bestendigen eener tijdelijke geldleening van f 50000 (be
grooting 1894) en liet aangaan eener nieuwe tijdelijke geld
leening van f 34000 (begrooting 1895), samen 84000, tegen
eene rente van drie ten honderd 's jaars. (Zie verder daarom
trent bij de rubriek Voornaamste in den gemeenteraad behan
delde onderwerpen en het gerelateerde onder letter F, y>Schuld
der gemeente Breda.'')
In ons vorig jaarverslag werd bladz. 159 melding gemaakt
van eene toegestane leeningssom van f 9000, tot dekking der
vanwege de gemeente gemaakte kosten bij gelegenheid van
het bezoek van H.H. M.M. de Koninginnen op 25 September
1894. Als vervolg daarop strekt thans de mededeeling, dat
bedoelde som niet is behoeven opgenomen te worden. (Zie
verder daaromtrent alsvoor).
Aflossingen.
Be volgende aflossingen hebben in 1895 plaats gehad:
1°. Van eene schuldbekentenis groot f 1000,3% van de
geconverteerde schuld ad 965/s
2°. Zijn uitgeloot twintig aandeelen, elk groot 1000,van
de leening groot f 1000000,— 3l/2 betaalbaar op 1
Januari 1890, volgens het plan dier leening.
3°. Is uitgeloot één aandeel groot f 1000,van de leening
groot f 500000,3'/2 volgens het plan dier leening.
Schuld der gemeente Breda.
Deze schuld bedroeg op 31 December 1895
a. Gevestigde rentenf 2719,615
b. Oude schuld 3 (niet geconverteerd)groot
f 19925,—, rente- 597,75
c. Oude schuld 3 °/o (geconverteerd) groot - 390 205,