VERSLAG van de commissie van beheer der gemeente-reiniging te Breda, over het dienstjaar 1895. 174 aan die eischen, daar anders ten slotte den raad zoude moeten voorgesteld worden de bedoelde woningen, als schadelijk voor de openbare gezondheid, voor het bewonen ongeschikt te ver klaren (artt. 50 en volgg. der verordening, regelende de bouw- politie). Aan dezen wenk werd niet tijdig Ook het verslag dezer zaak kunnen wij gehoor gegeven, eerst in ons volgend verslag mededeelen. Verschillende punten hierboven aangestipt zullen, breeder uitgewerkt, in dit hoofdstuk worden aangetroffen. Ten aanzien van de gemeente-reiniging en de werking van het tonnenstelsel, enz. laten wij alhier volgen het volgende ingekomen verslag Aan den raad der gemeente Breda. De commissie van beheer der gemeente-reiniging heeft de eer U hierbij aan te bieden het verslag over het dienstjaar 1895. A. Personeel. In de directie en het opzicht is sedert ons vorig verslag geene verandering gekomen. Het aantal werklieden is gebleven, gelijk dat is ingevoerd in de maand November 1894, n.l. 38 man. B. Inrichting. De werkzaamheden van den gewonen dienst zijn geregeld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 197