HOOFDSTUK VIII.
Kerkelijke zaken.
In het getal der kerkelijke gemeenten en kerkgebouwen aan
den openbaren eeredienst gewijd, had in 1895 geen verandering
plaats.
Gevestigd zijn:
van de Roomsch-Katholieke gemeente,
zes kerkgebouwen, waarvan 3 parochiekerken, elk met één
pastoor en 3 kapelaans
van de Ned. Hervormde gemeente,
één kerkgebouw met drie predikanten
van de Waalsche gemeente,
één kerkgebouw met één predikant;
van de Lulhersche gemeente,
één kerkgebouw met één predikant;
van de Ned. Israëlietische gemeente,
één kerkgebouw met één voorganger.
Door de gemeente zijn geen uitgaven gedaan voor den open
baren eeredienst, noch subsidiën verleend voor den bouw en
het herstel van kerken en pastorieën, ot toelagen aan pastoors,
kapelaans, predikanten, enz.