schooljaar. Diegenen, die examen aflegden, slaagden allen, op
enkele uitzonderingen na.
De onderwijzers deden, ieder naar zijne krachten, hun best
om den bloei der school te bevorderen.
Het verdienstelijk hoofd der school gaf des Woensdags- en
des Zaterdagsmiddags geheel belangloos les aan die leerlingen
der school, voor wie de hoogste klasse niet voldoende was, om
zich voor hunne verdere studiën voor te bereiden.
2. Openbare meisjesschool.
De bevolking der school was dit jaar, evenals het vorige, het
grootst in de maand September, doch, terwijl zij in September
1894 111 bedroeg, steeg zij in September 1895 tot 110.
Daar het aantal der leerlingen weer vrij gelijkelijk over de
vier klassen verdeeld was, konden allen, die zich aanmeldden
geplaatst worden.
Velen bezochten de hoogste klasse van het derde, sommigen
zelfs van het vierde jaar, zoodat de klasse viermaal in de week
des middags om één uur moest aanvangen, opdat althans in de
vreemde talen het onderwijs kon worden voortgezet. Wat de
overige vakken betreft, moest de hoogste afdeeling steeds weder
opnieuw het vroeger geleerde herhalen; om in deze leemten
verandering te brengen, diende het onderwijzend personeel te
worden vermeerderd met eene onderwijzeres in het bezit dei-
hoofdakte en bevoegdheid voor de vreemde talen, en dan kon
de hoogste klasse in 2 klassen worden gesplitst.
Behalve in de koude wintermaanden, viel over schoolverzuim
alleen te klagen bij den aanvang en bij het einde der vacanties,
welke door de ouders der leerlingen, die vaak met hun gezin
voor een tijd de stad verlieten, onwillekeurig werden verlengd.
3. De openbare school aan de St Joost-kapel.
Het aantal leerlingen dezer school bedroeg in Januari 271
in Februari 273, in Maart 269, in April 253, in Mei 286, in
Juni 282, in Juli 285, in Augustus 281. in September 280, in
17
257