200 b. v. 1 Januari 1892, het aantal jongens met 30 verminderd is terwijl het aantal meisjes met 53 is vermeerderd. Langzamerhand nadert het aantal meisjes al meer dat der jongens. Op dit oogenblik telt de laagste klasse zells evenveel meisjes als jongens. Vooral met het oog op het onderwijs in de nuttige handwerken is dit van beteekenis. In den loop van 1895 werden 80 nieuwe leerlingen tot de school toegelaten. Wegens plaatsgebrek behoefden geen leerlingen te worden geweigerd. Het schoolverzuim was weder gering, hoewel het iets hooger was dan andere jarenhet wisselde af tusschen 5,1 (Maart) en 1,1 (Juni). Evenals in vorige jaren was aan deze school verbonden eene herhalingsschool voor jongens en mannelijke volwassenen. De lessen, die 15 October zijn aangevangen, werden wedergegeven Maandag-, Dinsdag-, Donderdag- en Vrijdagavond van ÖV2 tot 81/,, uur. Dit jaar meldden zich maar 98 leerlingen aan, vanwelke enkele maar een paar avonden verschenen. Den 31sten December werd de school nog bezocht door 87 leer lingen, waaronder 31 van de ambachtsschool. Deze waren verdeeld a. v. Hoogste afdeeling (onderwijzer De Bie) 19 leerlingen. Tweede Clerx) 22 Derde Kikvits) 23 Vierde Carpreau) 23 Totaal 87 leerlingen. Door de meeste leerlingen werd de school vrij geregeld bezocht, door vele zelfs zeer geregeld. De ontwikkeling der leerlingen liet vooral in de lagere klassen veel te wenschen over; daar was de belangstelling in het onder wijs dikwijls minder dan in de hoogere klassen. Na de ontslag-aanvrage van den heer Carpreau werd de heer Baltus voor den overigen tijd van den cursus door heer en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 283