347
I. Kapitalen en bezittingen.
Inkomsten van de administratie.
A. Kapitalen.
Op den 31slon December 4895 stond ten name van de alge-
meene armen ol van hen, die zij vervangen hebben, in de
grootboeken der Nederlandsche werkelijke schuld ingeschreven
1°. een kapitaal groot 59100,rentende 21/o°/o
2°. 11400,— 3
3°. 18 000,- 372%
In 1895 zijn door ons aangekocht:
a. eene 272% inschrijving Grootboek groot f 200,
It. 27j0/o 1300,
c. 272% 9 200,—
d. 272% 100,
waarvoor met inbegrip van verschenen rente en provisie betaald
is ƒ1 736,61.
Deze kapitalen zijn aangekocht voor een deel van de vrijge
komen gelden voortgesproten uit eene verplichte aflossing van
f 1 000,Poti Tiflis, en voor het overige van vrijgekomen gelden
door aflossing van geld- en grondrenten.
De hiervoor vermelde obligatie Poti Tillis groot 1 000,—
rentende 5%, werd in 1873 door een onbekende door tusschen-
komst van den toenmaligen burgemeester alhier aan den arme
geschonken.
Onder het sub 2° genoemde kapitaal is begrepen een bedrag
van 2 100,in November 1891 aangekocht en voortgesproten
uit de aflossing van twee Russische obligatiën, ieder groot
f 1000,ons gelegateerd door wijlen mr. Jacou Hoeufft,
blijkens testament verleden voor den notaris j. van Naerssen
te Breda den 19don April 1830.
Volgens uiterste wilsbeschikking van bovengenoemden erflater
wordt de rente van dit kapitaal aan twee schaamachtige armen
