En. II. A. GUL,IÉ, voorzitter.
J. BESIER Jr., secretaris-schatter.
J. J. TH1LLIER, pandbewaarder.
3G7
Met de overige goederen is het niet beter gesteld.
Dagelijks worden panden geweigerd of wordt bij de belee
ning rekening gehouden met de verkoopprijzen op de publieke
verkoopingen, omdat de voorzichtigheid dezen maatregel ge
biedend vordert.
Dit heeft evenwel niet kunnen beletten, dat de mindere op
brengstdat is het verschil met de beleeningssom plus de ver
schuldigde renten bij den verkoop een niet onbelangrijk hooger
cijfer bij het vorige jaar aanwijst, omdat bij de publieke vei
lingen aan het lokaal der bank geen liooge prijzen meer wor
den geboden.
De rente-standaard is bij koninklijk besluit van den 16den
Maart 1804, n° 24, voor den tijd van drie jaren, met ingang-
van den lslon April 1804, behouden op twaalf ten honderd van
alle beleende panden.
De gemeente heeft aan de bank een crediet verleend van
25 000,00, onder bepaling, dat de eventueele winst aan de
gemeente zal worden uitgekeerd tot een maximum van 4
van het opgenomen kapitaal. (Zie raadsbesluit van 23 April 1887.)
Deze instelling staat onder beheer eener commissie van vier
leden, door den gemeenteraad te benoemen en voorgezeten
door den heer burgemeester.
Deze commissie was op 31 December 1805 samengesteld uit de
volgende heeren
C. M. W. STEINS BISSCHOP, j
II. II. VAN MIERLO, leden.
mr. II. It. VAN MAASDIJK,
mr. W. INGENHOUSZ, lid en secretaris.
De beambten zijn
A. J. B. STAP, directeur.