403 Ad 2. Door A. Heijmans werd vergunning gevraagd tot het oprich ten eener varkensslachterij in het perceel aan de Middellaan, wijk C, n° 722. Nadat alle onderzoek was afgeloopen en alle wettelijke for maliteiten vervuld waren, werd door ons de gevraagde ver gunning geweigerd, op grond van de volgende overwegingen dat adressant de varkens wenscht te slachten in de open lucht, op een klein plaatsje achter het woonhuis dat hij het rooken van worst en spek elders wenscht te doen, of te laten doen, doch dat hij tot het smelten van vet en het koken van worst, des winters van de woonkamer en des zomers van de open plaats wenscht gebruik te maken dat de afvoer van spoelwater van het open plaatsje geschiedt door een soort goot over een daarachter liggend perceel en vervolgens in een vergaarbak van een riool van een aangren zend gangetje dat uit een en ander blijkt, dat het geheel voor eene var kensslachterij gebrekkig is dat bet smelten van vet en liet koken van worst, hetzij dit op een kachel in de woonkamer of wel onder een afdakje op de open plaats geschiedt, niet zonder brandgevaar te achten is en in het eerste geval de gezondheid niet bevorderlijk zal zijn dat de afvoer van spoelwater al zeer gebrekkig moet worden genoemddat 's winters, bij vorst, verzamelingen van ijs, gevormd uit spoelwater en anderen onbruikbaren afval, zich op het plaatsje zullen neerzetten en bij het ontdooien onreinheden zullen achterlaten, waardoor de gezondheid van de omwonenden in gevaar wordt gebracht dat het bovenstaande samenvattende, ook in verband met de dichtbevolkte buurt, uit het oogpunt van volksgezondheid en veiligheid, het perceel, waarin adressant de varkensslachterij wenscht op te richten, voor dat doel niet geschikt is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 426