404 b. dat zulks plaats had in gesloten blikken bussen, inhou dende ruim 5 liter, maar dat ook bussen van slechts twee liter inhoud zouden kunnen gebezigd worden; Ad 3. Door de firma ,T. F. Segers en zoon te Breda werd vergun ning gevraagd tot het verwerken van benzine in hare hoeden- fabriek, gevestigd in het perceel, gelegen in deze gemeente aan het Stad serf, kadastraal bekend sectie B, n". 4091. Door verschillende belanghebbenden werden daartegen bezwa ren bij ons ingebracht. Nadat alle onderzoek was afgeloopen en alle wettelijke formaliteiten vervuld waren, werd door ons, na het gevoelen van een deskundige te hebben ingewonnen, de gevraagde vergunning geweigerd, op grond van de volgende overwegingen: Ten eerste werd overwogen, naar gebleken was, a. dat de benzine moest dienen als oplosmiddel voor de caoutchouc en dat die oplossing zonder verwarming tot stand komt c. dat de voorraad benzine in de gemeente-petroleumberg- plaats kon worden bewaard en vandaar eiken dag zooveel worden gehaald als voor de bewerking noodig was; d. dat de polis van brandverzekering der fabriek het hehben van meer dan drie liter benzine verbood. Nadien werd overwogen dat wanneer de hoeveelheid benzine, in de fabriek terzelfder tijd voorhanden, zelfs zoo klein wordt genomen, als boven is aangeduid, dan nog het gebruik dier stof ernstig gevaar voor brand blijft opleveren; dat dit blijkt uit een monster der oplossing; dat uit 36,5 gram der taaie, kleverige massa, door verwarming in een waterbad tot 100°, 16,5 gram benzine konden worden gedestilleerd, weshalve de oplossing eene groote hoeveelheid bij lage temperatuur kokende, brandbare vloeistof bevat; dat deze vloeistot der oplossing bvj gewone temperatuur reeds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 427