49 4 van eene ontijzerings-inrichting en eenige bijkomende werken ter plaatse de Setersche heide, en werd aannemer M. Bakkeren te Prinsenhage voor de som van f '12777. Onder die werken behoorde het aanleggen eener drainage- leiding, doch het bleek dat dit werk, wegens den hoogen water stand, niet vóór het eindigen van den dienst van 4894 (30 Juni '1895) kon zijn ten uitvoer gebracht. Dit gaf aanleiding dat door U, op ons voorstel, in uwe zitting van den l.l(len Mei '1895 besloten werd te beschikken over het goed slot der rekening 1894 tot een bedrag van f 810 en met die som te verhoogen post a van art. hoofdstuk 111 (uitgaven), dienstjaar 1895. Zoo doende kwam voorbedoeld werk, dat bij afzonderlijke overeenkomst met den aannemer geregeld werd, eerst in 1895 tot stand. 5 Januari 1895 en volgg. aPgtvo°r" k)e geschiedenis omtrent de te geven bestemming aan het htsgebouwvoormalig (thans gesloopte) gerechtsgebouw aan de Catharina- hetplanstraat a^ier gaat terug tot in 1893 (zie jaarverslag blz. 93-97) inrichtingen 1894 (zie jaarverslag blz. 92-98). Een schriftelijk voorstel i dat ge-zou ingediend worden door de hoeren Teychiné en Lijdsman uw voor nnasium. en dit gewerd den raad in zijne zitting van 5 Januari '1805. voormeldl^ed°eld voorste^ vergezeld van becijferingsstaten en eene >ouw. memorie van toelichting, behelsde het volgende egevenhe- ui m in gaan n open nd. 2n 3E Het gymnasium niet te verplaatsen naar het oud-ge rechtshof, maar het voorloopig te doen blijven in het thans daarvoor in gebruik zijnde gebouw. Met het oog op eene latere onvermijdelijke verplaatsing van het gymnasium, daarvoor thans aan te knopen een daarvoor geschikt terrein. Het thans buiten gebruik gesteld oud-gerechtshof publiek te verkoopen op de wijze als in de memorie van toelich ting en schetsteekening nader wordt aangeduid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 72