51 «zóó in te richten voor gymnasium, dat de te maken kosten eenig «later te nemen besluit niet in den weg staan, en werd ons, «onder overlegging der betrekkelijke begrooting en later gevolgde «teekening van het gebouw, verzocht ons gevoelen daaromtrent «wel te willen doen kennen. «Uit de teekening, de begrooting en de ons verstrekte inlich- tingen blijkt, dat het voornemen bestaat om het gebouw in «zijn tegenwoordigen toestand te laten, doch de lokalen, voor «zooverre deze voor het gymnasium benoodigd zijn, in orde te «brengen, een gedeelte dakbedekking te vernieuwen en de «noodzakelijke herstellingen te verrichten. «Zooals wij U reeds bij brief van 17 September 1894 hebben «te kennen gegeven, achten wij het gebouw voor gymnasium «geschikt. Toen zouden evenwel de middelste benedenlokalen «uitgebroken worden, waardoor de bordestrap kwam te ver ft vallen en een ingang voor het gymnasium woiden gemaakt «in den linkervleugel aan de straatzijde. «Den ingang langs de bordestrap voor de leerlingen van het «gymnasium achten wij evenwel onhoudbaar; daaruit toch «zullen allerlei onaangenaamheden voor het publiek, dat den «doorgang van het Valkenberg passeert, voortvloeien. Immers «de leerlingen zullen zich vóór schooltijd op het bordes verza- «melen én de gevolgen zullen niet uitblijven. Daarom acbten «wij het noodzakelijk, dat de hekken van de trap gesloten «worden en de vroeger ontworpen ingang in den linkervleugel «worde gemaakt. «In plaats voorts van de ontworpen privaten te brengen op «de tweede verdieping, achten wij het beter deze te doen «plaatsen op den beganen grond, waartegen, blijkens ingewonnen «informaties, geen bezwaar kan bestaan. Ook de afsluiting van «de zoldertrap door een schot met deur wordt noodzakelijk «geacht. «Overigens kunnen wij ons met het ontworpen plan «vereenigen en hebben wij de eer U de ons ter inzage gezonden «stukken bij deze terug te zenden."

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 74