53 De heer Reigersman verklaarde er voor gestreden te hebben om het gymnasium naar het oud-gerechtsgebouw over te bren gen, toen indertijd het plan gevormd was, om bedoeld gebouw op ruimere wijze dan laatstelijk was voorgesteld te verbeteren en een beteren toegang tot het Valkenberg te verkrijgen, doch thans kon spreker zich de zaak niet anders voorstellen dan dat een onvoldoende toestand zou geschapen worden. Spreker adstrueerde omstandig deze stelling, in verband met het vraag stuk omtrent de hoogere burgerschool, en stelde voor 1°. het oud-gerechtsgebouw voor afbraak te verkoopen, den daardoor vrij vallenden grond onverkocht ie laten en een hek tot afsluiting aan te brengen 2°. het gymnasium voorloopig gevestigd te doen blijven in het tegenwoordige gebouw, behoudens de daaraan te doene noodige herstellingen, en 3'. af te wachten het lot van de hoogere burgerschool, om dan later te beslissen, of een nieuw gebouw voor gym nasium zal gesticht worden. De heer Lijdsman betoogde dat, wanneer liet terrein aan het Valkenberg getrokken werd, men onooglijke zijgevels zou krijgen en deed opmerken dat het voorstel ook is gedaan om hot ge bouw productief te maken. De heer Reigersman stemde toe dat de blootkomende muren aanvankelijk niet mooi zouden zijn, maar geloofde dat door het planten van heesters, klimop en andere gewassen daaraan kon worden tegemoetgekomen. De heer IIeijlaerts bestreed het plan-, als dit zou bestaan, om een verbindingsweg te maken door het Valkenberg naai de Willemstraat. De heer Blof.marts deed als zijne meening kennen, dat voor eerst zich alles moest bepalen tot het afbreken van het gebouw zonder dat iets beslist wierde omtrent de bestemming, die men aan den grond zou geven, hetzij om een deel daarvan te ver koopen of niet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1895 | | pagina 76