6-1
maakte bereids een onderwerp uwer beraadslagingen uit in de
zitting van 27 Februari 1892. (Zie gemeenteverslag over 1892
blz. 58 en 59).
26 Januari 1895 en volgg.
koste^ H®! afzonderlijk behandelen van het plan der op te richten
volks- volksbadplaats vormt het aanknoopingspunt (zie verslag 1894,
aats. 136-139) met hetgeen thans omtrent dit onderwerp te vermel
den is.
Bedoeld plan werd ter tafel gebracht in de zitting van 26
Januari 1895. Besloten werd alstoen dit te stellen in handen
van de bouwcommissie, met verzoek om bericht en raad.
Deze commissie kweet zich van hare taak in uwe zitting van
2 April 1895 (zie notulen van dien dag) met het gemotiveerd
voorstel
1°. »het aangeboden plan niet te doen uitvoeren
2°. »eene andere plaats aan te wijzen, alwaar eene zwern-
»en badinrichting van voldoende afmetingen kan worden
»daargesteld, en
3°. »na aanwijzing, een plan met begrooting van kosten te
»doen opmaken."
Besloten werd bedoeld verslag ter visie te leggen voor de
leden. De zaak werd aan de orde gesteld in de zitting van
20 April 1895. De heer Oukoop opende de beraadslagingen
met eene uitvoerige rede, ter weerlegging van de bedenkingen
der bouwcommissie, welke rede is opgenomen in de notulen
van het verhandelde der laatstgenoemde zitting. Daarna ontspon
zich verder eene levendige discussie.
De heer Sassen, voorzitter der bouwcommissie, handhaafde
de zienswijze dier commissie, blootgelegd in haar rapport, en wees
op nog meerdere bedenkingen tegen de goedkeuring van liet
plan.